dinsdag 6 juli 2010

Deze laatste zomer laat je mijmerend achter

Deze laatste zomer van Cesarina Vighy (1936-2010) laat je mijmerend achter. Over het leven, de dood, hoe kleine dingen (zoals een merel die een nest bouwt in de tuin) belangrijk worden en grote dingen compleet onbelangrijk (is er een God).
Het boek is een autobiografische roman met herinneringen, gedachtenspinsels, filosofietjes, columnachtige hoofdstukken en venijnige uithalen. In het begin verwarrend om te lezen, moeilijk om de rode draad te vinden als die er al was. Later werd het duidelijk dat Vighy haar levensverhaal in romanvorm wilde vertellen, te beginnen bij haar ouders en haar jeugd. Hiervoor gebruikt ze soms een alter ego. Geen alledaags levensverhaal met in de hoofdrol een dochter van een vader en een moeder die veel van elkaar hielden, maar niet getrouwd waren. Ook woonden ze ook niet samen in een huis omdat haar vader al getrouwd was met een andere vrouw. Deze excentrieke vrouw veranderde van iemand die de traditionele banden altijd had bespot tot iemand die op de barricades stond van de heiligheid van het huwelijk toen haar man van haar wilde scheiden. Moeder en dochter werden ondergebracht in een pensionnetje in Padua op veilige afstand van Venetië. Het kwam de moeder-dochterband niet ten goede. En had gevolgen voor haar partnerkeuze, niet altijd even gelukkig.
Deze laatste zomer is in vele opzichten een persoonlijk boek. Niet alleen het verhaal vertelt veel over Cesarine Vighy ook de manier van schrijven onthult veel over de vrouw die zij was. Haar observatievermogen is opvallend. Vermoedelijk is haar tong, toen ze nog kon praten, net zo scherp geweest als haar pen. Gelukkig had ze wel veel gevoel voor humor. De vele uitweidingen en het trage begin van het verhaal zouden bij haar leeftijd kunnen horen. (C.V. debuteerde op haar 73e met dit boek). Haar beschrijvingen van wat mensen gaan doen als ze ouder worden zijn geweldig om te lezen. Humoristisch en zeer herkenbaar, vooral de amateurgenealogen en de 'vrolijke weduwen'. De hoofdstukken over de gang langs de neurologen om te achterhalen wat de hoofdpersoon mankeerde is aangrijpend. Ontroerend is het laatste hoofdstuk als zij haar einde voelt naderen. Toch ontbreekt ook hier de scherpe humor niet als zij nadenkt over wat er als haar doodsoorzaak zal worden genoteerd. Hartinfarct zal volgens haar niet lukken omdat haar hart van vooroorlogse kwaliteit is. Ze zou willen volstaan met een grafschrift uit de simpele volkshumor: 'Hier ligt Jan, omdat hij niet meer ademen kan.'
In het kort, Deze laatste zomer is een boek met een lach en een traan, net als het leven zelf.