zaterdag 22 februari 2014

Stille zonde van Karin Slaughter: goede thriller die geen genot was om te lezen

De Amerikaanse thrillerschrijfster Karin Slaughter heeft vele fans in Nederland. Haar boeken zijn zo succesvol dat haar Nederlandse uitgeverij een apart fonds, Slaughterhouse, heeft opgezet voor haar boeken en die van verwante collega´s. Zonder uitzondering komen al haar boeken hoog in de bestsellerlijsten terecht.
In 2013 verscheen Stille zonde, deel in de Georgia serie rond politieman Will Trent en dokter Sara Linton. Will en Sara zijn in een vorig boek aarzelend aan een relatie begonnen. Ze geven zo veel om elkaar dat ze de ander proberen te beschermen tegen de pijn, ellende en het verdriet uit het eigen verleden. Dit lukt ze niet. Will Trent is als undercover ingezet in de jacht naar een meedogenloze, mysterieuze drugsdealer. Zonder het te willen raakt Sara Linton hierbij betrokken als Jared, de zoon van haar vijf jaar eerder overleden echtgenoot, zwaargewond raakt bij een overval op zijn huis. Jared’s vrouw Lena had een onduidelijke rol in de dood van Sara’s echtgenoot. Ook nu is niet duidelijk of het toeval is dat juist Lena’s huis wordt overvallen of opzet. Sara is bang dat Lena deze keer niet alleen Jared meesleept in haar ellende.
De plot van Stille zonde staat als een huis. Stille zonde is een vakkundig geschreven thriller met pageturner allure. En toch gaf Stille zonde niet het leesplezier dat ik had gehoopt en verwacht. Vreemd want het is overduidelijk een goede thriller die goede waarderingen en vele sterren kreeg van collega-recensenten en een van de best verkochte thrillers in 2013 was. Na lang nadenken en analyseren tot de conclusie gekomen dat het aan de personages ligt. Ze zijn allen realistisch en komen levensecht over. Er ligt te veel nadruk op hun ellende en problemen. Keer op keer verwijzingen naar een slechte jeugd en traumatische gebeurtenissen. Als lezer hoopte ik dat ze er iets mee zouden doen. Dat het iedere keer een beetje beter zou gaan. Dat de personages iets zouden gaan doen om het te verwerken, om er over heen te komen en verder te gaan met het leven. En om het leven eindelijk eens van de zonnige kant te bekijken, in plaats van keer op keer enkel het duistere, het zwarte en het slechte in de mens te zien.
De boeken van Karin Slaughter krijgen, naast psychologische diepgang ook een grauwsluier door de voortdurende nadruk op alle narigheid. En dat is jammer. Bij mij zorgde het ervoor dat Stille zonde mij steeds meer ging tegenstaan naarmate ik vorderde in het verhaal. Ik zal niet snel een volgend boek van Karin Slaughter lezen, ondanks dat ik weet dat zij goede thrillers schrijft, die terecht hooggewaardeerd en goed verkocht worden.


Het Reservaat van Lisette Stavorinus: heerlijk tussendoortje

Het Reservaat is de naam die de personages in het gelijknamige boek van Lisette Stavorinus geven aan het dure dorp in het Gooi waar ze wonen. Na een paar heerlijke, zonovergoten jaren op Curaçao gaat Jessica met haar man Victor en hun drie kinderen in het Reservaat wonen. De makelaar had daar een prachtig huis voor hen gevonden. Jessica die, ooit voor dat de kinderen er waren, de kunstacademie had gedaan, neemt de tijd om het huis te stylen. In de eerste weken na de verhuizing helpt het haar om over haar heimwee heen te komen. Ze mist de gezellige expatsfeer op Curacao met alle strandfeestjes en bbq’s. Het Reservaat komt op in eerste instantie over als kil en gesloten. Het lukt Jessica niet om aansluiting te vinden bij de andere vrouwen in het dorp. Dit alles verandert als Amanda bij haar op de stoep staat met een doosje cupcakes. Amanda woont een paar huizen verder en is getrouwd met de bekende tv-producer Marcus Voorbach. Zij introduceert Jessica in haar vriendinnengroep. Binnen de kortste keren heeft Jessica het goede kapsel, de juiste kleren en doet ze volop mee in het Reservaatleven. Kerst vieren ze bij Amanda en Marcus samen met hun vele vrienden en bekenden. Daarnaast nemen Amanda en Marcus Jessica en haar gezin mee voor een wintersportvakantie naar hun chalet in Zwitserland. En zo gaat het maar door, het geld lijkt niet op te kunnen. Tijdens een yogales komt Jessica Maaike tegen die haar waarschuwt voor Amanda. Ze geeft Jessica de tip Amanda naar haar verleden te vragen. Eerst probeert Jessica het advies van de vrouw te negeren, maar de twijfel is gezaaid. Is Amanda wel wie ze zegt dat ze is.
Lisette Stavorinus woont zelf in het Gooi. Al zal ze wat overdreven hebben in het neerzetten van de personages, toch zal Het Reservaat een redelijk goed beeld geven van het rijke Gooische leven.
De oppervlakkigheid van de vriendinnenclub van Amanda is huiveringwekkend, evenals het gedachteloos smijten met geld. Alles draait om uiterlijk vertoon: Jessica hoort er pas echt bij als ze de goede kleding en het juiste kapsel heeft.
De eerste driekwart van het verhaal is een uitgebreide beschrijving van het Reservaat, diens bewoners en Jessica’s aanpassing aan het nieuwe leven hier. Weinig thrillerelementen te bekennen in dit deel, afgezien van een wat vreemde gebeurtenissen zoals de waarschuwing van Maaike, een verwarde vrouw die in de tuin loopt en het ongeluk van Victor. Deze gebeurtenissen zorgen hooguit voor wat onrust, niet voor echte spanning zoals je dat verwacht in een thriller.
Pas op het allerlaatst als iedereen zijn of haar masker heeft afgegooid, wordt Het Reservaat echt spannend en blijft dat dan tot de laatste bladzijde.
Is dit erg? Het hangt er van af om welke reden je dit verhaal leest. In het geval je een jurylid bent voor bijvoorbeeld de Gouden Strop of Diamanten Kogel of een hardcore liefhebber van echte thrillers dan zal je Het Reservaat al snel terzijde schuiven, na er het label geen echte thriller of vrouwenthriller er op geplakt te hebben. Ben je echter een fervent lezer van de thrillers van Suzanne Vermeer, Linda van Rijn, Saskia Noort,  Loes den Hollander of van de Crime Compagnie dan zal je dit boek met plezier lezen. Goed dat er in Nederland zo veel te kiezen valt, dat er voor elk wat wils is.
Het Reservaat was voor mij een heerlijk tussendoortje.

Seriemoordenaars in Nederland van Schippers & Jans: inspiratiebron voor thrillerschrijvers

Seriemoordenaars in Nederland is een non-fictieboek waarin het journalistenduo Ralph Schippers & Hieke Jans alle nu bekende seriemoordenaars in Nederland op een rijtje zetten. Allereerst geven ze de definitie van een seriemoordenaar, vervolgens beschrijven ze systematisch van iedere seriemoordenaar de levensloop;  de moorden die hij of zij heeft gepleegd of waarvan hij of zij verdacht wordt; onder welke omstandigheden die gepleegd zijn; de straffen die de verdachte seriemoordenaar al dan niet heeft gekregen voor zijn daden. Het levert een boek vol feitelijke opsommingen op. Saai om te lezen tenzij je als lezer ‘het verhaal’ tussen de feiten door kan zien. Dan gaat de fantasie aan de slag en is in ieder verhaal wel een thriller te lezen, hoe bizar dit ook klinkt.
Schippers & Jans hadden vanzelfsprekend geen keuze. Ze moesten zich wel aan de feiten houden en konden geen vermoedens, dan wel speculaties toevoegen om de verhalen ‘smeuïger’ te maken, omdat een deel van de beschreven personen nog in leven is en vanwege eventuele juridische gevolgen.

De laatste dossiers die over moorden uit vorige eeuwen gaan, zijn het meest interessant om te lezen. Deels komt het door de prachtige citaten uit de oorspronkelijke rechtbankdossiers en deels omdat die hoofdstukken beter geschreven lijken te zijn.
Nederlandse thrillerschrijvers die een goede slechterik zoeken voor hun nieuwe thriller zullen in Seriemoordenaars in Nederland een goede inspiratiebron vinden. Genoeg ´enge´ mannen en vrouwen om uit te kiezen!

Brein in brand van Susannah Calahan: medische non-fictie die zich laat lezen als spannende roman

Susannah Calahan, auteur van Brein in brand, is een ambitieuze enthousiaste jonge vrouw die als journaliste bij de New York Post werkt. Op een dag, begin 2009, ontdekt ze 2 stipjes op haar linkerarm. Ze denkt direct aan bedwantsen, omdat iedereen in New York daar over praat en last van heeft. Na een gedegen inspectie van haar kleine appartement kan ze niets vinden. Desondanks laat ze een verdelger komen die eveneens geen bedwants of ander ongedierte aantreft. Toch wil ze beslist dat hij bij haar de plaag komt verdelgen. Susannah wordt zo door deze plaag in beslag genomen dat ze het belangrijke wekelijkse overleg bij de krant vergeet voor te bereiden. Dit was haar nog nooit overkomen.
Deze ogenschijnlijke gebeurtenissen zouden later de opmaat blijken te zijn voor een maand van waanzin. Hierna zou haar leven voorgoed veranderen. In de weken die volgen, krijgt ze in toenemende mate last van wanen. Ze denkt dat haar vriend haar bedriegt en leest stiekem zijn mails. Ze verliest het gevoel in haar linkerarm en –been. Dan gaat het steeds sneller bergafwaarts. Ze denkt dat haar vader zijn vrouw wilt vermoorden, dat mensen in haar bijzijn hardop onaardige dingen over haar zeggen. Ook krijgt ze vreemde toevallen waarin ze raar beweegt met haar armen en benen en niet reageert op prikkels van buiten. De neuroloog die ze bezoekt denkt aan alcoholmisbruik, raadt haar aan om te stoppen met drinken en onderzoekt niet verder. En dat terwijl ze nauwelijks drinkt.

Uiteindelijk ligt ze een paar weken later, letterlijk van de wereld, vastgebonden in bed op de afdeling epilepsie in een ziekenhuis. Artsen hebben geen idee wat ze heeft. Het zou epilepsie kunnen zijn of een psychiatrische aandoening zoals schizofrenie of een bipolaire stoornis. Haar toestand gaat dagelijks achteruit. Ze wordt passief, niet meer in staat tot praten of reageren.
Ze zweeft op het randje van de dood, als een neuroloog zich een bepaald artikel van een collega-arts over een hersenontsteking herinnert. Hiermee redt hij het leven van Susannah, die getroffen bleek te zijn door een hersenontsteking. Deze was ontstaan omdat er, misschien na een virusinfectie, een zeldzame auto-immuunreactie was ontstaan.  Haar lichaam had als het ware haar brein aangevallen. De arts was net op tijd met zijn diagnose, anders had Susannah het niet kunnen navertellen.
Haar verhaal vertelt Susannah Calahan in Brein in brand, dat grotendeels is gebaseerd op ziekenhuisdossiers; dagboeken, brieven en e-mails van vrienden en familie; gesprekken met artsen, hulpverleners, familie en vrienden; en wetenschappelijke artikelen. Susannah Calahan kan zich vrijwel niets meer herinneren van deze periode in het algemeen en haar maand van waanzin in het bijzonder. Zo af en toe komen er flarden naar boven, maar dat blijken vaak heldere herinneringen te zijn aan hallucinaties die ze toen had.

Brein in brand is een goed geschreven, eerlijk en confronterend verslag van het ziekteverloop bij Susannah Calahan. Daarnaast geeft het veel informatie over de werking van de hersenen, het geheugen en haar ziekte. Dankzij het gebruik van wetenschappelijke bronnen is het goed onderbouwd. Haar journalistieke achtergrond zorgde er voor dat het geen dorre opsomming van feiten en gebeurtenissen werd maar een goedlopend verhaal. Het medische jargon wordt duidelijk verklaard.
Brein in brand is een non-fictie boek dat zich laat lezen als een spannende, medische roman.

vrijdag 21 februari 2014

Inferno van Dan Brown: een rit in een achtbaan

Tijdens zijn lezing in de Amsterdamse Stadsschouwburg vertelde Dan Brown dat zijn fascinatie voor religie en wetenschap al in zijn jeugd was ontstaan. Zijn vader was wiskundeleraar en man van de wetenschap, die overal wel een rekensom in zag. Daarentegen was zijn moeder een religieuze vrouw. Zij was kerkorganiste en hielp actief mee in de kerk. Iedere zondag zat Dan Brown in de kerk. De donuts die hij dan onbeperkt mocht eten, maakten het voor hem de moeite waard, zei hij met een knipoog. Eerst dacht Dan Brown dat hij een keuze moest maken tussen religie of wetenschap. Nu weet hij dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten. Beiden willen in zijn visie een verklaring geven voor de vele filosofische vragen die de mens heeft.  Het Vaticaan deelt die mening niet. Na De Da Vinci Code zijn de verhoudingen wat gespannen. In Inferno maakt Dan Brown hier een paar grapjes over.
Het Inferno, waar het boek naar verwijst, slaat zowel op Dante´s hel uit de Divina Comedia als de hel die op aarde zal ontstaan als de bevolkingsgroei in het huidige tempo blijft doorgaan. In een werkelijk gruwelijke grafiek laat Brown zien hoe de wereldbevolking is gegroeid van 1 miljard mensen begin 19e eeuw tot bijna 8 miljard nu, iets meer dan 200 jaar later. Robert Langdon raakt ongewild getrokken bij de zoektocht naar de schurk die het Inferno van Dante wil gebruiken om deze enorme bevolkingsgroei te stoppen.

Inferno begint als Langdon bijkomt in een ziekenhuis en geen idee heeft waar hij is of weet wat er is gebeurd. Hij herinnert zich flarden over een ontmoeting met een vrouw met lang zilvergrijs haar die een slangamulet om haar hals draagt. Ze zegt hem:  ‘zoekt en gij zult vinden’.
Al snel wordt duidelijk dat hij niet veilig is in het ziekenhuis. Net op tijd kan hij vluchten met de jonge dokter Sienna Brook, die hem meeneemt naar haar appartement. Hier ontdekt hij dat er iets in zijn colbert is genaaid en dat dit de reden voor de achtervolging was. Het is een soort projector waarmee hij aangepaste afbeelding kan zien van Dante’s Inferno. De afwijkingen vormen een woord dat een volgende aanwijzing is in de speurtocht naar de geheimzinnige man.
Zoals gebruikelijk bij Dan Brown, volgt hierna de achtbaan vol spannende gebeurtenissen, wordt alles op z’n kop gezet en aan het einde van de rit stap je flink door elkaar geschud uit. Deze keer stap je ook een stuk wijzer uit, in het werkelijk beangstigende besef dat de grafiek over de bevolkingsgroei beslist geen fictie is, maar echt.
Het minpunt dat bij alle boeken van Dan Brown wordt genoemd is er nu ook. De personages zijn en blijven bordkarton en missen enige diepgang. Ook in Inferno zal je Robert  Langdon niet echt leren kennen. Hij blijft een oppervlakkig personage zonder psychologische diepgang. Het hindert overigens niet het leesplezier.
Inferno is een onvervalste Dan Brown thriller met vertrouwde ingrediënten zoals wetenschappelijke feiten, intrigerende kunst, oude boeken, zaken waar meer achter zit dan op het eerste gezicht lijkt, een originele plot en niet te vergeten professor Langdon. Dit alles combineert Brown tot een boeiende, bloedstollende pageturner die zich achter elkaar laat uitlezen.

Blauw goud van Almar Otten: spannend verhaal met gedegen plot

In de middeleeuwen werd mooie getijdenboeken gemaakt met daarin prachtig versierde miniaturen. Deze boeken waren en zijn uiterst kostbaar, onder meer vanwege sommige verven die gebruikt werden. Het was bijvoorbeeld zeer moeilijk om een mooie kleur blauw te maken.
In Blauw goud is Matt Paddinge sinds kort eigenaar van een getijdenboek waarvan de miniaturen gemaakt zijn met een opvallend mooie kleur blauw. Hij kreeg het getijdenboek na het overlijden van zijn moeder. Vermoedelijk was het hiervoor van zijn vader, die overleden of verdwenen is. Matt heeft geen idee wat hij met het boek moet doen en brengt het naar de Atheneumbibliotheek in Deventer voor een onderzoek. Lineke Tesinger, mdewerkster bij de biobliotheek, kent hij van een lezing. Wellicht heeft zij voor hem antwoorden op vragen, zoals wat er zo bijzonder is aan het boek. Met deze ogenschijnlijk simpele vragen zetten Matt en Lineke een hele reeks gebeurtenissen in gang. Een geheimzinnige zakenman wil het getijdenboek in handen krijgen, ongeacht de prijs die hij of anderen er voor moeten betalen. Daarnaast hij ook enige wraakzuchtige plannen. Onwetend hiervan beginnen Matt, Lieneke en vriendin Laura hun zoektocht naar de herkomst en de geschiedenis van het getijdenboek. Het is niet eenvoudig, omdat Matt ook de nodige geheimen blijkt te hebben.
Blauw goud is een historische thriller, die zich desondanks in het heden en in het nabije verleden afspeelt. Het historische element wordt met name gevormd door het getijdenboek.
Achterin het boek, laat Almar Otten weten dat het getijdenboek fictief is, en dat hij zich heeft laten inspireren door het wereldberoemde en schitterende getijdenboek Les Très Riches  Heures du Duc de Berry.
Blauw goud biedt de lezer een spannend verhaal met een goede gedegen plot. Almar Otten is gezegend met een prettige schrijfstijl die er voor zorgt dat Blauw goud zich een pageturner zou kunnen noemen. De goed getimede perspectiefwisselingen houden de spanning in het verhaal.De epiloog had echter niet gehoeven. Het verhaal was al mooi afgerond. Zonder was het sterker geweest en was er nog wat overgebleven dat de lezer zelf had kunnen invullen.De personages zijn oké. Over het algemeen doen ze levensecht aan. Alleen de slechterik is zo verknipt dat het onwaarschijnlijk is, dat hij zich al die jaren staande heeft weten te houden in de maatschappij. Succesvol en zonder dat iemand zijn ware aard heeft gezien. Afgezien van bovenstaand minpunt is Blauw goud een prima thriller, die zich zoals VN zegt ‘positief onderscheidt van het gros in dit genre’.

dinsdag 18 februari 2014

Sluipweg van Ingrid Oonincx: veel goed gekozen details

Ingrid Oonincx debuteerde in 2009 met Nickname, waarmee ze genomineerd werd voor de Schaduwprijs en de Crimezone Award. Sluipweg, haar derde thriller verscheen krap vier jaar later.

In Sluipweg lagen in 1985 alle opties voor een goed en gelukkig leven open voor een Brabantse vriendengroep, die zich The Magnificent Seven noemde naar het gelijknamige nummer van de The Clash. Middelpunt van de groep is Patrick, dominant en iets ouder dan de rest. Thuis krijgt hij vooral geld en andere materiële zaken in plaats van liefde en oprechte aandacht. Het egoïstische en pesterige gedrag van Patrick roept spanning binnen de groep op, al durft niemand er iets van te zeggen. Na een avondje uitgaan krijgt de groep een auto-ongeluk met fatale gevolgen. In een klap kwam een einde aan hun onbezorgde jeugd.

Tien jaar na dato wordt groepslid Gwen nog steeds verteerd door schuldgevoel. Het was toen haar plan om die avond samen uit te gaan in de hoop de verhoudingen binnen de groep te verbeteren. Nu heeft ze net de stekker uit liefdeloze, kille huwelijk getrokken, als ze Patrick ontmoet bij de begrafenis van groepslid Guus. Hij heeft het plaatselijke bordeel overgenomen en wil graag zijn oude vrienden weer ontmoeten. Gwen stemt met tegenzin in, omdat het lastig is om Patrick iets te weigeren.
Indertijd hadden boerenzoon Marcel en Gwen iets met elkaar. Hun verkering overleefde het ongeluk niet. Na de mini-reünie met Patrick pakken ze de draad weer op en al snel trekt Gwen bij Marcel in. Niet lang daarna gebeuren er onverklaarbare, vreemde dingen op Marcel’s boerderij: koeien slaan onverwacht op hol, kippen worden vergiftigd.

Sluipweg is, net als Oonincx's vorige thriller Botsing, een goed opgebouwde thriller met een verrassende structuur. Hier spelen beide verhaallijnen zich in het nabije verleden af, opvallend en origineel bedacht. Met goed gekozen details zoals muziek (Bowie en Nirvana), tv-programma’s (Ron’s Honeymoon Quiz) en gadgets (walkman) zet Ingrid Oonincx zowel 1985 als 1995 overtuigend neer.
Het verhaal springt per hoofdstuk heen en weer tussen de gebeurtenissen in 1985 en in 1995. De spanning wordt hierdoor geleidelijk opgebouwd. In combinatie met de inzet van een aantal ijzersterke cliffhangers levert dit een geweldige thriller op die barst van de onderhuidse spanning. Eenmaal begonnen wil je maar een ding: doorlezen tot het eind. Daar volgt een bijzonder verrassende ontknoping die zelfs een ervaren thrillerlezer niet zal zien aankomen.
In de meeste gevallen is een epiloog in een thriller een overbodige toevoeging. Iets dat de lezer liever zelf had ingevuld. In Sluipweg niet. Daar zorgt de epiloog ervoor dat het verhaal rond is en goed afgerond wordt.
Met Sluipweg laat Ingrid Oonincx zien dat ze terecht een van de beste thrillerauteurs van Nederland is.